Meteen naar de inhoud

Een kleurrijke traditie

Je vindt ze over de hele wereld, maar nergens zijn er zoveel corso’s als in de Lage Landen. Hoewel er minder bloemencorso’s zijn
dan vroeger, leeft deze traditie nog sterk. Vlaanderen telt momenteel vier corso’s, Nederland een twintigtal, elk met hun eigen charme en karakter. Corso’s vormen een lange traditie die van vader op zoon, van moeder op dochter wordt overgedragen. Tegelijk gaat de traditie met haar tijd mee en past zich steeds aan. De corso’s van tegenwoordig zijn niet meer te vergelijken met die van vijftig jaar geleden.

Als levende tradities horen de corso’s een plaats te hebben op de UNESCO-conventie van het immaterieel
cultureel erfgoed. In Nederland werd in 2012 het bloemencorso van Zundert als eerste traditie op de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland geplaatst. Al snel volgden andere corso’s Lichtenvoorde, Valkenswaard, Eelde, Vollenhove, Tiel, Sint Jansklooster en Winterswijk. Ook de Vlaamse corso’s Blankenberge, Loenhout, Sint-Gillis-Dendermonde, Wommelgem en Ternat zijn gezamenlijk toegevoegd aan de inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed. Onder het motto ‘samen sterker’ bundelen de Vlaamse en Nederlandse corso’s samen met Histories en het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland hun krachten om hun traditie meer kansen te geven voor de toekomst. Gezamenlijk streven ze naar een plaats op de ‘representatieve lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid’ van UNESCO

DSC_2933